De rozen bloeien nog, wat gek in deze tijd van het jaar. Ik keek vol verwondering naar mijn hulpverlener Annemiek. In elke vezel van mijn lijf wist ik dat deze rozen speciaal voor mij bloeiden. ‘ Dat is heel normaal hoor in deze tijd van het jaar Lisa.’

Ik negeerde haar opmerking en liep naar de rozen. Ik snoof eraan en een heerlijke geur kwam mijn neusgaten binnen.

We waren weer begonnnen aan ons dagelijks rondje. Nu was het anders dan anders. Deze rozen waren speciaal voor mij gaan bloeien uit teken van liefde door God gegeven.

Ik voelde mij met alle bomen en planten verbonden. Mijn DNA was zelfs doordrenkt van dit besef.

Ondertussen wandelden we verder door het lokale park. Ik zag nog meer bijzondere planten en dieren. Zoals de passieplant en de paradijsvogel. Het gaf mij een gevoel alsof ik me in het paradijs waande.

Ik sprak dit niet uit, want ik wou de magie van dat moment niet verbreken. Er verscheen een big smile op mijn gezicht. 

Annemiek keek me verwonderd aan. ‘Wat is er met jou aan de hand?’

Ik antwoordde daar niet op en liep verder richting het grote grasveld. Daar ging ik midden in het veld liggen en keek naar de stralende zon en de het prachtige wolkendek. In de wolken verschenen lammetjes, die vrolijk huppelden in de wei.

Ook zag ik dolfijnen in de zee, ik keek vol verwondering naar het schouwspel in de hemel.

Na enkele minuten kwam Annemiek aarzelend naast me liggen.‘Zie je ook die prachtige figuren?’

‘Ja zeker, vooral die dolfijnen.’

Het leek of er geen einde aan deze middag kwam. Plotseling sprong Annemiek op: ‘Het is genoeg geweest voor vandaag!’

Ik keek verschrikt op en stond verdwaasd op en liep haar achterna.

‘Wat is er ?’ Ik versnelde mijn pas, verbazendwekkend genoeg deed zij dat ook.

Ik liep snel naar binnen, maar ze was weg.

Ik ging uit pure teleurstelling naar mijn kamer.

Ik zat ermee dat Annemiek mij eerst leek te begrijpen en dat ze out of the blue opeens de magie  had verbroken. Ik dacht eindelijk iemand gevonden te hebben die mij begreep, maar nee hoor. Hoe kon ik zo stom zijn geweest hierin te geloven?

De stilte werd verbroken doordat er op mijn deur werd geklopt.

Ik sprong op. Annemiek stond weifelend in mijn deuropening.

‘Waarom liep je opeens weg…’

‘Stttill en ze legde een hand op mijn mond’

Mijn ogen werden groot.

‘Ga even zitten Lisa.’

Ik zweeg en voelde me opgelaten.

‘Ik had dezelfde leeftijd als jou en werd opgenomen. Ik had een heftige tijd achter de rug vol met onzekerheid over de toekomst.’

Ik wist niks passends te zeggen.

De stilte werd een ijzige stilte.

‘Sorry ik moet weer gaan, mijn collega’s zoeken me anders.’

‘Oke…thanks dat je me dit wilde vertellen Annemiek!’

‘Dag tot morgen!’

0
Winkelmandje
  • No products in the cart.